Tijdens de tweede editie van het OV Debat is het thema ‘De OV-concessie versus de Mobiliteitsconcessie‘. Gedurende de dag sprekers experts, aanbestedende overheden en vervoerders over mogelijkheden van de mobiliteitsconcessie. Waar in een OV-concessie alleen maar een bod wordt gedaan op bus, trein en soms tram- en metrovervoer, wordt in een mobiliteitsconcessie ook vaak gevraagd om allerlei nieuwe concepten en systemen. Het doel is om de reiziger hierdoor beter te bedienen in de reis van deur tot deur, maar het maakt het aanbestedingsproces nog gevoeliger dan het nu al is. 

Vraag congresbrochure aanRegistreren

Zowel aanbestedende overheden als vervoerders moeten zich voorbereiden op de veranderende vraag van reizigers. De overheden moeten bijvoorbeeld een duidelijke keuze maken over alle systemen en innovaties die ze willen betrekken in deze concessie, waardoor ze zich wellicht van de kans beroven over enkele jaren gebruik te kunnen maken van een systeem dat buiten de concessie is ontwikkeld. Maar door flexibel vervoer wel in een concessie op te nemen, weet de vervoersautoriteit zeker dat het vervoer geregeld wordt. Bovendien vraagt het vergaande expertise van de concessieverlener om controle te houden op de activiteiten van een vervoerder.

Tegelijkertijd wordt steeds meer gevraagd van de vervoerder. Om te voldoen aan alle innovaties waarom in de nieuwe concessies wordt gevraagd, lijkt het nodig dat vervoerders zich ontwikkelen tot mobiliteitsdienstaanbieder. Maar vaak moeten ze daarmee een flink risico nemen met concepten die nog niet eerder in de praktijk zijn ontwikkeld, terwijl het OV-budget al jarenlang terugloopt en de marge voor vervoerders steeds lager wordt. Aan de andere kant moeten veel vervoerders een goede balans zoeken tussen een teruglopende vraag naar OV in rustige gebieden en juist steeds meer reizigers op dikke lijnen.